In Nederland is het gangbaar dat honden gevaccineerd worden tegen verschillende ziektes:
● Distemper (ook wel hondenziekte of ziekte van Carré genoemd),
● Hepatitis
● Parvo
● Kennelhoest / Para-influenza
● Ziekte van Weil / Leptospirose
● Rabiës (alleen verplicht als je de grens over gaat)
Distemper, Hepatitis, Parvo
Distemper is een virusziekte die het immuunsysteem van de hond aantast. Hierdoor is de hond veel gevoeliger voor allerlei infecties in het gehele lichaam. De meest geziene klachten zijn problemen met het maagdarmstelsel, de luchtwegen en het krijgen van vieze ogen en een loopneus.
Hepatitis is een besmettelijke ontsteking van de lever. Een ziekte hond krijgt koorts, is sloom en krijgt maagdarmklachten.
Parvo is een virusziekte die vooral bij jonge honden en pups een boosdoener is, hij heeft vaak een dodelijke afloop. De meest opvallende klachten zijn koorts, waterdunne (bloederige) diarree, braken en sloomheid.
Voor distemper, hepatitis en parvo krijgen honden een vaccinatie die bekendstaat als de cocktailprik ofwel DHP-vaccinatie. In sommige praktijken wordt er gewerkt met een DHPPi variant, in dit geval krijgt de hond aanvullend ook een vaccinatie tegen kennelhoest.
De DHP, is in Nederland de wettelijke verplichte enting om te hebben gehad, en zonder deze enting kun je vaak ook niet jouw hond naar een opvang/ hondenschool/ trimmer brengen.
Kennelhoest
Kennelhoest, heet tegenwoordig eigenlijk besmettelijke honden hoest en is ziekte die op de luchtwegen van de hond slaat, hij is het best te vergelijken met een hardnekkige verkoudheid zoals wij mensen kennen. Honden gaan hardnekkig niezen, hoesten en kunnen traanogen hebben, in erge gevallen krijgt een hond ook koorts of longontsteking. Maar dat komt bijna niet voor.
Ziekte van weil
De ziekte van Weil (leptospirose), een hond met deze ziekte heeft koorts, braakt, heeft spierpijn en hoofdpijn. Veel dierenartsen adviseren je om de hond hiertegen te vaccineren als hij veel zwemt, jaagt of in contact komt met stilstaand water. Daar is de grootste kans dat de hond deze ziekte namelijk oploopt, door urine van ratten.
Ziekte van weil en kennelhoest zijn niet noodzakelijk om te geven om jouw hond te kunnen brengen bij opvang, hondenschool, trimmer. Maar ieder bedrijf kan hier wel zijn eigen verplichtingen in geven. Deze twee entingen zijn dus optioneel naar wens.
Rabies
Rabiës staat beter bekend als hondsdolheid. In Nederland komt deze ziekte gelukkig vrijwel niet voor en om die reden is het geen standaard vaccinatie die we geven. Ga je echter naar het buitenland, dan is het verplicht om je hond deze vaccinatie te geven. Gemiddeld beschermt de vaccinatie na ongeveer 21 dagen waardoor het voor veel landen verplicht is om je hond enige tijd voor de reis al te vaccineren. De eisen zijn echter per land verschillend, dus verdiep je hier goed in en bekijk de huidige eisen op de website van het LICG.
Wat is vaccineren:
Bij een vaccinatie spuiten we eigenlijk een stukje van de ziekte in het immuunsysteem van de hond. Het idee erachter is door de hond bloot te stellen aan een klein aantal verzwakte ziekte, dat het lichaam hiervoor gestimuleerd wordt om antistoffen voor deze ziekte aan te maken. Als de hond dan later in zijn leven in aanraking komt met diezelfde ziekte, kent het lichaam de ziekte al en kan er heel effectief begonnen worden met de bestrijding en wordt echt ziekzijn hopelijk voorkomen.
Vaccinatie schema voor pups en volwassen honden
In Nederland werken dierenartsen met een standaard vaccinatieschema. Dit schema geeft aan dat je een opgroeiende hond op de volgende momenten moet vaccineren:
6 weken | alleen parvo & distemper |
9 weken | alleen parvo & distemper |
12 weken | parvo, distemper & hepatitis, hier wordt ook vaak de ziekte van weil en/of de kennelhoest gegeven rond deze leeftijd. |
1 jaar | parvo, distemper & hepatitis, herhaling ziekte van weil en kennelhoest indien van toepassing. |
3 jaar | parvo, distemper & hepatitis |
Hierna vaccineer je de DHP volgens het schema elke 3 jaar.
De vaccinaties tegen kennelhoest en de ziekte van Weil zijn slechts een jaar werkzaam en moeten om deze reden jaarlijks herhaald worden.
De vaccinatie tegen de ziekte van Rabiës is maximaal 3 jaar geldig en moet om die reden na 3 jaar weer herhaald worden (als je naar het buitenland gaat).
Titeren
Dit is een steeds populairdere manier om jouw hond te testen. In Nederland wordt gewerkt met twee merken titertest: Vaccicheck & RapidSTATUS.
Titeren met deze testen is op dit moment alleen mogelijk voor de drie hondenziektes: distemper, hepatitis en parvo. Voor kennelhoest en ziekte van Weil is het nog niet mogelijk om te titeren. Wel kun je apart voor Rabiës een bloedonderzoek doen, maar dit wordt niet als geldig verklaard als je de landsgrens over gaat.
In het kort meet je met een titerbepaling of er nog antistoffen tegen een ziekte aanwezig zijn in het bloed. Zijn deze antistoffen er, dan hoeft jouw hond op dat moment geen nieuwe enting. Je kunt het titeren inzetten als middel om te bepalen of jouw hond al gevaccineerd moet worden, maar het kan ook dienen als controle om te bepalen of een vaccinatie is aangeslagen.
Op de foto hier zie je een voorbeeld van een titerbepaling. De bovenste stip op het teststripje (meest links) is de controlestip. Deze stip is je meetpunt om de bescherming te beoordelen. Je ziet op deze foto dat de overige drie stippen allemaal donkerder van kleur zijn dan de controlestip. Dit betekent dat de hond nog voldoende antistoffen in zijn lichaam heeft en een vaccinatie (nog) niet nodig is. Je ziet ook dat deze dierenarts adviseert om over 3 jaar weer terug te komen voor een nieuwe titelbepaling.
Je ziet ook dat er met de hand cijfers naast de ziektes geschreven zijn: 3, 6+ en 5. Over het algemeen als de uitslag boven de 3 is, dan is de hond nog voldoende beschermt.
Titerenbepalingen bij pups
Met de opkomst van de titerbepaling zijn er ook steeds meer fokkers die dit onderdeel van hun werkwijze maken. De eerste moedermelk ( biest) die de pups bij de geboorte drinken bevat namelijk een grote dosis antistoffen ( als de moeder deze ook voldoende heeft). In de eerste 24u na de geboorte, is het darmstelsel van de pup in staat om deze antistoffen op te nemen in de bloedbaan en zo een eerste laag immuniteit voor de pup te creëren. Dit noemen ze ook wel maternale bescherming.
Kiest de fokker ervoor om in het nest al te titeren, dan zal er met circa 6-7 weken voor het eerst getest worden. Er moet hierna wel frequenter ge- titerd worden, elke 2-3 weken is gangbaar. Op deze manier is de eerste enting die een pup ontvangt er ook echt een die hij dus niet al van zijn moeder gekregen heeft. Zo kan de vacciantie afgestemt worden, en geef je een pup niet zo een grote dosis aan chemische stofjes.
Daarom is de lijfspreuk van veel titerende hondenbaasjes dan ook “meten is weten!”
En door de maternale bescherming, heeft jouw pupje dus ook altijd wel wat bescherming in zijn lijfje, je hoeft dus niet te wachten met socialiseren, gaan naar de hondenschool of opvang totdat jouw pupje al zijn entingen gehad heeft. Je kan gewoon veilig gaan.
Wel kan het zijn dat sommige opvangcentra ( grootschalig dagopvang en pension) het wel verplicht stellen om te wachten totdat de pup zijn entingen gehad heeft. Maar voor veel andere activiteiten in het hondenpark/ hondenschool en trimmer is dit helemaal niet nodig.
Geschreven door Amber (Amber’s DogWise)