We willen natuurlijk allemaal het beste voor onze hond, maar heb je er wel eens bij stil gestaan dat voeren vanuit een voerbak eigenlijk niet valt onder de behoefte van een hond. Honden leven in geur beelden en halen de meeste informatie op via de neus. Ze houden er van hun neus aan te zetten en halen daar veel voldoening uit.
Geef jij je hond voornamelijk uitdaging via wandelen, balspel en spelen met andere honden? Dan heb ik een tip voor je! Zet de neus van je hond aan!
Door zijn neus meer aan het werk te zetten wordt de linkerhersenhelft meer gestimuleerd. Hierdoor voorzie je in een hoge behoefte en kan het zelfs zijn dat je bepaalde probleemgedragingen kan voorkomen.
Honden die minder goede eters zijn, gaan vaak beter eten als we ze het eten ietsje moeilijker maken. Dat klinkt gek, maar probeer het maar eens. Ik weet zeker dat je er zelf ook voldoening uit gaat halen.
Om te starten met voeruitdagingen begin je met wat kleinere hoeveelheden van het voer aan te bieden, zodat je hond niet in één keer zijn hele maaltijd hoeft te zoeken. Voer zoeken kan enorm uitdagend zijn. Zo staat 15 min snuffelen (mentale uitdaging) ongeveer gelijk aan een uur wandelen. Daarmee zeg ik natuurlijk niet dat je hond niet nog andere leuke dingen met jou moet ondernemen, maar het is wel zonde als er niet voldaan wordt aan deze hoge behoefte. En het is vrij simpel!
Wanneer je vers vlees geeft, is interactief voeren iets moeilijker, maar ook daar zijn steeds meer leuke voeruitdagende mogelijkheden voor.
Zo kan je je hond een lickimat geven, waarvoor je hond langere tijd moet likken om zijn voer te nuttigen. Ook Kong heeft meerdere voeruitdagers die met vers vlees prima kunnen werken.
Met brokken is het helemaal een feest. Simpele spelletjes als een handje brokken in het gras gooien als jij heerlijk in het zonnetje op een bankje zit. Je hond scharrelt wat om je heen op zoek naar voer. Je kan de neus van je hond zijn werk horen doen, een heerlijk rustgevend geluid.
Enkele voorbeelden om voer in te verstoppen zijn:
Ook zijn er talloze voeruitdagers waar je er meerdere van kan sparen om zo telkens weer nieuwe uitdagingen te bieden.
Het is niet nodig dat je hond op gezette tijden eet. In de natuur eet een hond ook niet standaard 2x daags op vaste tijden.
Je kan het voer ook deels inzetten om ongewenst gedrag te voorkomen of als je je hond iets wilt leren. Neem een deel van het voer bijvoorbeeld mee op wandeling om naast de extra lekkere snacks te belonen voor gewenst gedrag.
Kortom weeg de hoeveelheid voer die je hond dagelijks krijgt ‘s morgens af en gebruik het gedurende de dag als leuke tussendoortjes en om je hond te belonen voor goed gedrag.
Veel snuffelplezier!!
Geschreven door Boukje van Hilst
Honden hebben, net als veel andere zoogdieren, emoties. Onderzoeker Panksepp toonde aan dat zoogdieren (mensen zijn ook zoogdieren) vergelijkbare hersenen hebben, met dezelfde hersen centra die dezelfde neurotransmitters aansturen. En net als bij mensen, komen de meeste emoties voor in het dagelijks leven. Maar zodra een bepaalde emotie op het verkeerde moment of verkeerde intensiteit aanwezig is, kan het je dagelijks leven gaan belemmeren. Angst is hier een heel duidelijk voorbeeld.
Angst heeft als doel om gevaarlijke situaties te kunnen inschatten, uit de weg te gaan en te vermijden. Dit zorgt ervoor dat een dier langer in leven blijft. Angst is dus heel nuttig. Maar een hond in de mensenwereld kan angst ook op andere momenten ervaren. Dus wat is nu precies angst? En wat doet dit met de hond? Kunnen we het voorkomen? En als een hond last heeft van angst, wat moeten we dan doen? In dit artikel gaan we dit verder uitzoeken.
Angstreactie
Als we naar gedrag van een hond kijken, zijn er verschillende facetten belangrijk. Vroeger werd een “black-box” methode aangehouden. Een prikkel wordt opgemerkt door de hond, die door hem verwerkt wordt en een gedrag uitlokt. Dit gedrag zal een leerervaring brengen, waardoor de hond dit gedrag vaker (positief gevolg) of minder vaak (negatief gevolg) laten zien. Denk maar aan een hond die een kat ziet. De prikkel is de kat, intern wordt er een beslissing genomen waarna de hond achter de kat aan gaat. Als de kat wegrent, wordt de hond beloond; dit was immers een leuk spelletje.
Maar, met de huidige wetenschappelijke onderzoeken kunnen we verder kijken. Wat brengt de hond tot deze beslissing? En wat voor invloed heeft dit op het gedrag? En kunnen we dit gedrag verder specificeren?
Hierbij moeten we meer observeren en weten over de interne processen die hier een rol in spelen.
Het gedrag zelf (achter de kat aan rennen) kunnen we verder ontleden. Hierbij kijken we naar lichaamstaal (houding), stress signalen en context. Laat hij bij het zien van de kat een lage houding zien, een staart tussen de benen en verstijft hij? Dan kan het om angst gaan. En toch rent hij vervolgens op de kat af! Dit lijkt tegenstrijdig, maar hier komen ook eerdere leerervaringen om de hoek kijken. Als hij de kat weet weg te jagen, neemt zijn angst af. Succes! Maar als hij eerder geleerd heeft met een grote boog de kat te ontwijken, zal dit zijn eerste optie zijn om te doen. Kortom, zijn interne motivatie om bepaald gedrag te tonen zijn van vele factoren afhankelijk.
Gedragsfactoren
De motivatie van de hond om bepaald gedrag te vertonen is afhankelijk van bepaalde factoren. Enkele factoren zijn:
Tijd om even dieper in te gaan op angst, met name als emotie.
Neurobiologisch
Het brein is waar alle processen afgehandeld worden. Dit is dan ook wat vroeger bedoeld werd met “Black Box”. We wisten simpelweg niet wat in de hersenen gebeurde en hoe het dier dit vertaalde naar gedrag. Met vele wetenschappelijke onderzoeken hebben we beter inzicht gekregen in welke processen, stofjes en reacties het brein onderhevig is.
Het start allemaal met het waarnemen van een angstige prikkel. Dit kan zowel visueel, audio, reuk, tast of smaak zijn.
Na het waarnemen wordt deze prikkel verwerkt en worden processen in de hersenen gestart die alle reacties activeren die de hond nodig acht. Aan de hand van bovenstaande gedragsfactoren worden bepaalde reacties sterker, waarna uiteindelijk een bepaald gedrag vertoond wordt.
Deze processen worden gestart doordat het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd wordt, waardoor adrenaline en noradrenaline aangemaakt worden. De hond is klaar voor actie. Hogere hartslag, ademhaling, trillen (spierspanning) en mogelijk urineren, lichamelijke reacties op adrenaline. Ook verandert de lichaamshouding. Door toenemende adrenaline, wordt de spierspanning verhoogt, waardoor de staart naar beneden getrokken wordt, lichaamshouding wordt kleiner gemaakt. Maar de hond kan ook gaan krabben, schudden, vergrootte pupillen hebben, bevriezen, schudden en/of borstelen. Evenals allerlei andere stress-signalen. Hoe hoger de angst oploopt, hoe meer stress-signalen te zien zijn, tot het punt waarop de hond (aan de hand van de gedragsfactoren) en de reactie laat zien?
Bovenstaande proces loopt zeer snel. Een tweede proces dat gestart wordt heeft iets meer tijd nodig. De Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Hier wordt uiteindelijk cortisol uitgescheiden, het stresshormoon. Hoge langdurige stress zorgt ervoor dat “onnodige” functies uitgeschakeld worden, waaronder het leervermogen. Dit is nuttig, aangezien de hond (of elk dier) niet moet leren om tijdens angst ook nog de high-five te moeten uitvoeren.
Waar adrenaline zeer snel weer afgebroken wordt, duurt de afbraak van cortisol meestal 48-72 uur. Hier is rust dan een belangrijke factor die helpt met het verlagen van de cortisol.
Dit verklaart ook waarom honden na een lange dag, of pas bij de zoveelste hardloper reageert. Adrenaline is al afgebroken, maar cortisol heeft het dier juist al die tijd kunnen opbouwen. Deze “stacking” van stress heeft dus als gevolg dat honden sneller reageren wanneer er een prikkel aangeboden wordt. Hun hersenen zitten simpelweg vol.
Omdat angst ook de kans op overleven vergroot, treedt ook “Single Event Learning” op. Hiermee leren ze meteen om de volgende keer dat gevaarlijke roofdier te vermijden. Maar dit treedt dus ook wel eens op in irrationele angst-situaties (startende motor, onbekende persoon, wapperende vlag, etc). Hierdoor kunnen ze angsten vrij snel ontwikkelen voor gewone dingen.
Begeleiding
Nu we weten dat angst begint bij de hersenen, is het duidelijker waarom bepaalde technieken wel of geen nut hebben om je hond hier doorheen te helpen.
Negeren: Negeren van angst heeft geen toegevoegde waarde, aangezien hiermee niet de adrenaline en cortisol verminderen. Tevens blijft de prikkel die angst opwekt in de buurt, waardoor langdurige stress plaats kan vinden.
Belonen: De meest afgeraden tactiek is belonen of optillen. Echter, aangezien leervermogens in stressvolle situaties steeds minder werken, worden adrenaline en cortisol niet beïnvloed door runderlong of andere voertjes. Het is geen bewuste handeling van de hond, daarom is steun geven, belonen en/of optillen juist niet verkeerd. Let wel, verlaat de situatie zo snel mogelijk, zodat je op een grotere afstand de hond ander gedrag kan aanbieden (b.v. snuffelen), zodat hij zelf leert de situatie aan te kunnen. Hierdoor wordt hij niet compleet afhankelijk van jou tijdens angstige situaties.
Wanneer de situatie nog enigszins handelbaar is (b.v. afstand groot genoeg), kan dit zorgen dat er een positieve link gelegd wordt.
Straffen: Wanneer een hond angstig is en uiteindelijk een gedrag heeft ingezet (bijvoorbeeld agressie), dan gaan veel mensen hun hond corrigeren. Echter, het leervermogen is beperkt, waardoor dit minimaal effect heeft. Daarnaast is het ook een extra stress-prikkel die je toevoegt aan een al beladen situatie. Hiermee bereik je dus eerder het tegenovergestelde: de hond kan ook een negatieve link met jou maken!
Vermijden: Door angstige situaties te vermijden, wordt de hond minder blootgesteld aan stress. Zijn reacties zullen meer gemaakt worden aan de hand van leerervaringen en wat het meeste oplevert. Als de hond leert om naar jou te kijken, zal hij dit vaker doen (dit levert immers iets op). Als de stress/angst beperkt blijft, is het nog steeds mogelijk om dit kijken te gebruiken, hierdoor krijgt de hond een nieuwe optie. Zo worden weer nieuwe leerervaringen opgebouwd, wat de overwegingen in stressvolle situaties positief kunnen beïnvloeden.
Hulpmiddelen: Er zijn ook bepaalde supplementen en hulpmiddelen die kunnen helpen bij angst. Deze hebben een positief effect op de hormonen en neurotransmitters, waardoor ze voor minder stress zorgen in bepaalde situaties. Bedenk alleen dat dit een hulpmiddel is, niet de oplossing!
Denk hierbij aan bijvoorbeeld Zylkene, Adaptil of PUUR Tranquil. Raadpleeg altijd een erkende gedragstherapeut voor optimale resultaten. Er kan ook gedacht worden gedragsmedicatie. Ook hier kunnen we je bij helpen, in overleg met de dierenarts.
Voorbeelden van angst
Er zijn verschillende soorten angsten, waarvan sommige zelfs als fobie geclassificeerd kunnen worden. Honden die pijn ervaren bij aanraking kunnen angstig worden voor handen. Een trage schildklier bijvoorbeeld verandert de hormoon huishouding, waardoor de hond makkelijker voor agressie kan gaan. Zo wordt een andere hormoon, serotonine, beïnvloed. Lage serotonine waarde heeft een negatieve invloed op de agressie, waardoor de hond sneller agressie inzet.
Kortom, elke gedragsfactor heeft invloed op welke angst zich kan ontwikkelen.
Met name situaties die niet voorspelbaar zijn geven een angstig gevoel bij honden. Hoe meer ze controle over een situatie hebben, hoe makkelijker ze met die situatie kunnen omgaan.
Hoe dan ook, mocht je hond last hebben van bepaalde angsten, neem dan zo spoedig mogelijk contact op. Dan kunnen we samen het beste traject inzetten om je hond zijn angst een plek te geven.
Geschreven door Vincent Oomen
Als je niet wil dat je hond op de bank gaat, vraag jezelf dan eerst af, waarom je dat niet wil?! Nog steeds denken veel mensen dat als een hond op de bank gaat, hij dominant is.
De dominantie theorie is oud en achterhaalt, maar spookt helaas nog steeds door menig hondeneigenaar zijn hoofd.
Dominantie theorie (link)
Mag jouw hond niet op de bank vanwege een andere reden, bijvoorbeeld dat je je bank netjes wilt houden, dan is dat natuurlijk aan jou en een prima rede.
Helaas is het alleen niet zo simpel om je hond aan te leren dat hij niet op de bank mag.
Ten eerste ligt je bank waarschijnlijk super zacht en houden honden vaak van een hoge slaapplek voor overzicht en het is lekker bij jou in de buurt. Het is dus zelf belonend om op de bank te liggen.
Zelf belonend gedrag zal een hond dus altijd herhalen omdat het hem iets oplevert.
Daarnaast leren honden context gebonden. De hond zal dus bij een negatieve ervaring met jou en de bank, stel dat je ervoor zou straffen, de link nog steeds met jou maken. Hij leert dus, ik mag niet op de bank als jij er bent. Maar hij heeft nooit geleerd dat als jij er niet bent, hij ook niet op de bank mag.
Dit resulteert in dat als je weg bent, je hond wel op de bank gaat. Kom jij thuis, springt hij er snel vanaf.
Bij het inzetten van straf kan je je ook afvragen of je dan geen aandacht aan het geven bent voor ongewenst gedrag. Straf zou dan ook echt straf moeten zijn, dus als negatief moeten worden ervaren door de hond. Hierin moet je je dus tevens afvragen of je dat wil. Ik vind mijn relatie met mijn honden zeer belangrijk en wil in geen situatie dat ze bang zijn in mijn aanwezigheid.
Best een lastige opgave dus!
Tip 1:
Je zou een compromis kunnen maken en je hond kunnen leren dat hij wel op een deel van de bank mag, waar jij een kleedje neer legt.
Dit zou je dan moeten trainen, door dat deel van de bank aantrekkelijker te maken, doormiddel van trainingssessies met voer.
Tip 2:
Je zou kunnen voorkomen dat je hond op de bank gaat, door de kamerdeur dicht te houden en de bank te barricaderen als je er niet bent.
Tip 3:
Hoeveel aandacht heb jij voor gewenst gedrag? Probeer te kijken naar elk kleine stukje gewenst gedrag. Vaak ligt de focus te veel op ongewenste gedragingen. De hond is bv al een tijdje rustig en vermaakt zichzelf. Nodig je hond dan eens uit voor een leuk spelletje met jou. Vaak wachten we te lang totdat de hond zich gaat vervelen en naar andere bezigheden op zoek gaat. Zoals springen op de bank. Als dat telkens aandacht (negatieve aandacht is ook aandacht) oplevert, zal je hond dat herhalen.
Tip 4:
Leer je hond aan wat het woordje ‘nee’ betekend. Als je een woord gewoon maar zegt, betekent het niet dat je hond weet wat je bedoelt. Hij spreekt immers een andere taal. Elk signaal zal je moeten uitleggen.
Tip 5:
Je zou je hond er telkens op een rustige manier af kunnen halen door hem bij zijn tuig te pakken of je hond te leren je hand te volgen. Vervolgens begeleid je hem naar zijn eigen plekje. Deze plek maak je in trainingssessies positief door daar bijvoorbeeld een snuffelmat te geven of te belonen als hij voor zijn plaats kiest.
Tip 5:
Zorg dat de plaats van jouw hond, wel ook echt een plek is naar zijn behoefte. Warm of juist koel, hoog, beschut, rustig of een plek waar overzicht is.
Tip 6:
Leer je hond het woord aan dat bij zijn plaats hoort. Zodat je hem in een later stadium ook naar zijn plek zou kunnen begeleiden door het woord daaraan te koppelen.
Dit geeft ook weer uitdaging en werkt band versterkend.
Leer je hond waar hij aan toe is en wat je van hem verlangd! Iets anders aanleren is belangrijker dan denken in iets afleren. 😊👍🏻
Agressie wordt vaak als een heftig woord geïnterpreteerd, een woord met veel lading. Het wordt nog vaker ingezet als label: een hond is agressief. Even vooropgesteld, een hond labelen wordt niemand beter van, de eigenaar niet en al helemaal niet de hond zelf. Daarnaast klopt het gewoon simpelweg niet!
En gedrag komt altijd voort uit een bepaalde emotie. Die emotie zet weer aan tot bepaald gedrag, en zo is de cirkel rond. Naast dat het emotionele systeem een grote rol speelt, hebben ook leerervaringen een rol in het aanzetten tot gedrag. Anders verwoord is de functie van agressie vaak het verkrijgen en beschermen van zaken die voor de overleving van het individu belangrijk zijn. Het is niet zo dat de hond ervoor kiest om agressief gedrag in te zetten om vervelend te doen. Integendeel. Binnen de classificering van agressie kan je twee systemen terugvinden: Offensief of Defensief. Daar weer op inzoomend heb je drie “oorzaken”’ die kunnen leiden tot gedrag:
Impulsieve agressie. Deze vorm van agressie komt vaak voort uit negatieve emoties zoals angst, frustratie en/of boosheid. Het gedrag wordt ingezet uit verdediging en wordt vaak getriggerd door provocatie en stress.
Instrumentale agressie. Deze vorm van agressie heeft vaak een doel voor ogen. Het kan gaan om een object of een instrument wat belangrijk is voor de hond zoals bijvoorbeeld status of spullen.
Appetitieve agressie. Deze vorm van agressie komt bijna niet voor onder onze huishonden, dit is agressie waarbij intrinsieke motivatie een rol speelt en de individu lust heeft voor geweld.
Om goed te begrijpen hoe dit werkt vertel ik je graag een stukje theorie over het brein van de hond. Dit is belangrijk om te snappen waar gedrag nou vandaan komt. Het brein van de hond is opgebouwd uit meerdere delen. Alle gedrag vindt zijn ontstaan in de dynamische regulatie van specifieke neuronale netwerken en de neuro chemische activiteit van het brein. Genetische achtergrond in combinatie met verschillende omgevingsfactoren bepalen de structuur en functionaliteit van de hersencircuits die gedrag en de fysiologie aansturen. In de hersenen zijn drie belangrijke onderdelen die ik toelicht:
De hippocampus. Essentieel voor het geheugen en leervermogen. Hier wordt het leerproces gestart. Vanaf de hersenschors wordt de informatie doorgegeven aan de hippocampus, om van kortetermijngeheugen lange termijn geheugen te maken.
De Amygdala. Dit is het centrum waar emoties worden vastgelegd en gereguleerd, ook conditioneren speelt hierbij een rol. Emoties worden gekoppeld aan bepaalde zintuigelijke ervaring en daarmee verbonden aan dieren, mensen en voorwerpen. De Amygdala is een paniekzaaier en hangt er al snel een negatief label op. De reactie kan reflexmatig zijn (emotions blocks thoughts!)
Het striatum. Het striatum is de verbinding tussen de Amygdale en de Hippocampus. Deze zorgt voor routine en legt routinematig gedrag vast.
De flow in bovenstaande hersenonderdelen is als volgt: Vanaf de schors wordt informatie doorgespeeld naar de hippocampus -> de hippocampus verwerkt deze en afhankelijk van de emotie wordt de amygdala ingeschakeld & daarnaast het striatum voor het routine matig werken. Het hippocampus is belangrijk voor het nieuw aanleren van nieuwe leerprocessen, waarnaar deze weer overgezet worden naar het striatum om het een routine te maken.
Zoals ik in het begin al benoemde komt agressie vaak voort uit twee verschillende emoties, even uitgaande van het systeem impulsieve agressie. Angst en pijn (of de herinnering/ associatie met pijn) zijn de meest veelvoorkomende emoties als zijnde oorzaak van gedrag waarbij agressie wordt ingezet. De Amygdala, de hippocampus en het striatum werken hierin keurig samen. Stel je voor, jouw hond ziet een andere hond op afstand. In het verleden heeft hij eens een negatieve ervaring gehad met een andere hond (->De amygdala, het emotionele systeem, wordt geactiveerd). Jouw hond heeft geleerd (->De hippocampus, verantwoordelijk voor het reguleren van leerervaringen en deze doorkoppelen aan de amygdala) deze hond op afstand te kunnen houden door het inzetten van gedrag: uitvallen naar de andere hond. De andere hond besluit door de uitval van jouw hond op afstand te blijven, jouw hond heeft hierdoor wederom een succesvolle leerervaring. Op deze manier houdt jouw hond zichzelf veilig en kan hij zich goed verdedigen. Voelt hij zich hier goed bij? Nee! Het wordt aangedreven door de emotie angst. Hij is bang dat de andere hond hem pijn doet, wat zijn kans op overleven aanzienlijk verkleint.
Op deze manier blijven de positieve leerervaringen zich niet op stapelen wat ervoor zorgt dat het gedrag zich versterkt. Ga aan de gang met het aanpakken van de oorzaak, bijvoorbeeld angst als emotie. Stel een plan van aanpak op, neem hiervoor een goede gedragscoach/therapeut en/of steengoede trainer in de arm en zet je hond op voor succes. Jouw coach/therapeut/trainer moet zorgdragen voor veilige training situaties waardoor jouw hond weer het vertrouwen krijgt dat hij niet persé hoeft uit te vallen. Hij leert andere manieren, door het inzetten van wetenschappelijk onderbouwde methodes, om uiteindelijk om te gaan met deze situaties. Begeleid hem in het maken van goede keuzes en voorkom positieve leerervaringen door het inzetten van agressie. Zorg ervoor dat je jouw omgeving en de situaties managet!
Geschreven door Melanie Piek
Bij het trainen van een hond wordt mij vaak de vraag gesteld, ‘hoe leer ik mijn hond dit gedrag af?’ Deze vraag is een vraag die enige aandacht nodig heeft, vandaar dit artikel. Hondentraining is niet iets wat je op die manier kunt duiden. Meestal is er veel meer aan de hand dan aanvankelijk gedacht wordt. Als we het even vanuit de mensenwereld bekijken, zou de vraag: ‘Mijn zoon loopt tijdens een ruzie telkens bij me weg, hoe leer ik hem dat af?’ ook een rare vraag zijn. Welke antwoorden zouden we dan krijgen? De gehele context dient bekeken te worden, en niet alleen de context, maar het complete gezinsleven. Waarom loopt deze jongen weg?
Begrijpen jullie elkaar niet? Vanwaar de ruzies? Waar gaan de ruzies over? In wat voor fase van het leven zit hij? Wordt er onredelijk met hem omgegaan? Hoe is de sfeer in huis? Kunnen jullie goed met elkaar praten? Kunnen jullie goed naar elkaar luisteren?
Dit zijn vragen die je jezelf zou kunnen stellen, of waar een psycholoog mee zou kunnen komen. Bij hondentraining is dat niet anders.
Tevens denk ik liever in termen van iets anders aanleren, voorkomen of negeren van gedragingen. Als je een hond iets wil afleren zal je één of meerdere van deze strategieën in moeten zetten. Denk je alleen maar in afleren, dan zou je je af kunnen vragen wat de hond dan daadwerkelijk geleerd heeft en welke beslissingen hij een volgende keer zou nemen in deze of soortgelijke situatie. Een hond reageert namelijk altijd vanuit een emotie. En zal dat gedrag vertonen wat hem de vorige keer iets heeft opgeleverd.
De definitie van hondentrainig uit encyclo.nl:
Door middel van hondentraining wordt een hond geleerd om opdrachten uit te voeren, op bepaalde situaties te reageren of zich op een bepaalde manier te gedragen.
De gemiddelde hondeneigenaar denkt hier misschien meteen aan oefeningen zoals zit, af, blijf of volg. Er wordt dan ook op veel hondenscholen alleen door middel van commando’s (signalen) getraind. Wat we vaak zien is dat mensen een signaal geven als symptoombestrijding. Bijvoorbeeld een ‘zit’ vragen als de hond opgewonden en druk is. Zonder zich af te vragen waarom de hond druk gedrag vertoont. Op deze manier wordt de ‘zit’ gebruikt als symptoombestrijding. De hond blijft telkens druk in zo’n soortgelijke situatie omdat er niet gewerkt is aan zijn onderliggende emoties. De ‘zit’ is slechts een houding! En druk zijn is slechts gedrag dat ontstaat uit een emotie/behoefte. En hoe voelt het als je moet gaan zitten als je druk bent vanwege opwinding of angst?
Het is belangrijk dat honden om kunnen gaan met de (mensen)wereld. Dat geldt voor alle honden, groot, klein, jong, oud, introvert, extrovert, bang, onstuimig. En elk moment is anders. Als begeleider moet je weten hoe je hond zich voelt om op dat moment de goede beslissingen te nemen.
Hondentraining is dan ook wat mij betreft eigenlijk een verkeerd woord. Je hond leren “lezen” en hem helpen te navigeren door de wereld. De training is erop gericht emoties te herkennen en daarmee aan het werk gaan, zodat jij en je hond zich fijn bij elkaar voelen. Proberen niet meer te denken in termen van ‘iets afleren’, maar liever van ‘iets anders aanleren’ helpen, steunen, of voorkomen. Afhankelijk van elke situatie en context.
Geschreven door Boukje van Hilst
Als je hond gromt of bijt doet hij dat om jou iets duidelijk te maken. Het is voor hem een manier van communiceren en dus honds gedrag. Hij doet dit niet zomaar en al zeker niet om jou te pesten.
Voordat honden daadwerkelijk zullen aanvallen geven zij een reeks afstand vergrotende signalen af. Deze zijn dus letterlijk bedoeld om de dreiging die in de ogen van de hond nadert op afstand te houden. Dit is geen “stout” gedrag maar een manier om te communiceren: ik waarschuw je, hou afstand.
Als er naar de subtiele signalen van de hond niet geluisterd wordt, zal hij duidelijker moeten worden. Als je hond al gromt of bijt, kan het dus goed zijn dat je de subtiele signalen hebt gemist. Straf je hond nooit voor deze signalen. Grommen is bijvoorbeeld een signaal dat veelal wordt afgestraft. Grommen is slechts een waarschuwing. Zouden we het grommen afstraffen zal de hond een volgende keer het grommen overslaan en dus sneller bijten.
Afstand vergrotende signalen zijn onder andere:
De hevigheid van het gedrag dat hierbij gebruikt wordt hangt af van de waarde van het geen dat de hond bewaakt, zijn vorige leerervaringen en hoe de hond zich verder voelt.
Honden kunnen ook grommen om hun eigen lichaam te beschermen door pijn of ander ongenoegen.
Vaak ontstaat het bijvoorbeeld bij:
We staan er vaak niet bij stil, maar bij al dit soort dagelijkse handelingen moeten we niet voorbij gaan aan de afstand vergrotende signalen die onze honden geven. Voor niet elk van de dagelijkse handelingen geldt dat ze als positief worden ervaren door onze honden. Het is ook best veel wat er van honden gevraagd wordt in onze mensenwereld. Ze moeten altijd maar vriendelijk zijn tegen iedereen. Vreemde mensen, kinderen, soortgenoten en andere dieren. Kleine hondjes worden bijvoorbeeld vaak zomaar, zonder waarschuwing opgetild.
Honden worden veel geaaid, eigen honden en zelfs vreemde honden, omdat wij ze willen aaien, maar hoe vaak vraag jij toestemming aan een hond? Het is dus goed om je hond op een positieve manier de dagelijkse handelingen aan te leren door veel positieve associaties te maken. Leer je kleine hondje bijvoorbeeld een woordje voor je hem optilt, zodat hij niet ‘zomaar’ de lucht in wordt geslingerd.
De boodschap van dit verhaal is: denk honds