Puppy’s bijten veel, ze ontdekken de wereld via de bek en stoppen alles in hun mond. Niet altijd even leuk voor ons want die tandjes zijn super scherp!
Wat doe je als jouw pup veel bijt?
Ten eerste is het belangrijk altijd te kijken naar de situatie waarin het bijten zich voordoet. Het bijten van een pup is normaal gedrag, hij doet het niet om jou te pesten.
Bijtgedrag kan verergeren als een hondje overprikkeld is. Veel pups zijn overprikkeld omdat er op jonge leeftijd vaak al best veel met ze gedaan wordt. Puppy’s hebben uitdaging nodig, maar vooral rustige uitdaging zoals snuffelen en de wereld rustig ontdekken door te kijken. Wandelen of drukke spelletjes zijn vaak een minder goed idee, dat komt later. Puppy’s hebben veel slaap nodig, wel zo’n 20 uur per 24 uur. Dat betekend dat je pup dus maar 4 uurtjes per dag wakker is. Het naar bed brengen van je hondje is noodzakelijk. Puppy’s kunnen nog niet goed hun eigen slaapritme verzorgen, dus dat betekend dat jij dat moet doen. Zorg voor veel regelmaat in de eerste maanden dat je een pup in huis hebt. Breng je pup telkens naar bed (bench) vóór hij overprikkeld is.
De bench wel eerst even aanleren en telkens weer prettig maken door voor het slapen gaan een snuffelmat of kong te geven. Kauwen en snuffelen werken kalmerend. Voer je brokken? Gebruik dan het voer om de snuffelmat of kong te vullen.

Wat doe je als je pup in jou bijt?

Als je pup in jou bijt, vraag jezelf af of je het had kunnen voorkomen door bovenstaand of had hij al zachtjes gebeten, maar vond je dat niet zo erg? Weet je zeker dat je pup niet moe is, dan wordt het tijd je puppy te leren dat het bijten in jou hem niks oplevert. Negeren van het gedrag zorgt ervoor dat je puppy geen succes heeft met het bijten. Nou zou je denken, ja maar hoe moet ik bijten dan negeren, want het doet pijn. Negeren doe je door weg te lopen en een deur achter je te sluiten. Zo kan je hondje dus niet meer bijten. 20 sec later kom je weer binnen, begint hij weer, vertrek je en bijt hij niet dan biedt je hem een alternatief om op te bijten.
Let op! Het kan dus zijn dat je met het hele gezin soms even op de gang moet gaan staan zodat je hondje geen succes ervaart.
Waarom zeggen we niks van het bijtgedrag?
Negatieve aandacht is ook aandacht, en hondjes leven voor aandacht😊
Je kan best een keer in een hoog gilletje ‘Au’ roepen, dat doen pups ook bij elkaar, zo herkent je pup misschien dat het pijn doet. Maar reageert je puppy niet en begint hij direct opnieuw herhaal het dan niet, want dan zegt het hem niks is jouw gilletje dus weer aandacht.
Ik heb al van alles geprobeerd, maar hij bijt nog steeds!
Dat je al van alles hebt geprobeerd, helpt vaak niet. Verandering van strategie zorgt vaak voor meer gedrag (extinction burst). Als je bijv een tijdje bezig bent geweest met het gedrag te negeren, zal je dit vol moeten houden totdat het uitdooft.
Het kan namelijk zijn dat je pup eerst harder gaat bijten omdat het hem voorheen bijv aandacht in wat voor vorm dan ook opleverde.
Geef je dan toch weer toe door er iets van te zeggen of hem weg te duwen, denkt je pup alleen maar harder te moeten bijten om aandacht van je te krijgen.
Denk aan een kind in de supermarkt die zeurt om een snoepje en als hij het niet krijgt op de grond gaat liggen gillen en huilen. Als hij dan toch het snoepje krijgt, is gillen en dramatisch huilen de nieuwe norm, want dat leverde wat op. In het verleden behaalde resultaten bieden garantie in de toekomst.

Wisselen

Tussen de 4 en 7 maanden wisselt je hondje zijn melkgebit. Hij heeft last van zijn tandjes en een grote kauw behoefte.
Geef hem dingen waar hij wel op mag kauwen zoals winterpeen, een goed gevulde kong of een varkensoor. Door de winterpeen of kong in de vriezer te doen, wordt het goed koud en dat verdoofd een beetje.
Wat als mijn hond aan de meubels bijt, moet ik dat dan ook negeren?
Nee dat wordt lastig, want het is immers zelf belonend gedrag.
Je tafel op de gang zetten, is ook geen makkelijke opgave, dus we gaan in de strategie van afleiden.
Maar let op!! Leid jij telkens af met een speeltje, dan gaat je hond op de tafelpoot bijten zodat jij dat leuke speeltje pakt.
Je leid dus af door iets interessants te doen, zonder dat je hond in de gaten heeft dat je hem daarmee wegleidt van de tafelpoot.
Bijv. Zet de tuindeur open of rommel even in een laatje, zodat je pup jouw kant op komt. Geef hem dan iets waarop hij wel mag kauwen.
Beloon ik vaak genoeg voor gewenst gedrag?
Krijg aandacht voor elk stukje gewenst gedrag. Wat doet je hond allemaal goed voordat hij op de tafelpoot bijt? Beloon je wel genoeg en krijgt hij voldoende aandacht voor dingen die hij wel goed doet? Vaak vinden we zelfstandig rustig spelen of rustig ergens liggen een opluchting en dan zeggen we niet tegen de hond dat hij het goed doet. We wachten vaak tot er ongewenst gedrag ontstaat en dat willen we graag afleren. Maar is dat wel een goede gedachte? Je hond laat vast ook gewenst gedrag zien, waar je voor kan belonen?! Vergeet niet dat je hond nou eenmaal andere behoefte heeft dan jij.
Een hond is een hond en vertoond honden gedrag met een reden!
Geschreven door Boukje van Hilst
Mijn hond loopt weg of daagt mij uit als ik het tuig of de riem om wil doen.
Honden praten de hele dag met ons, aan ons de taak om te begrijpen wat ze zeggen. Sta eens stil bij waarom je hond zoiets doet.
Hij wil ons iets duidelijk maken. We zijn geneigd om voornamelijk naar het gevolg te kijken en niet naar de oorzaak van gedrag.
Dat honden weglopen bij het omdoen van het tuig of het pakken van de lijn, komt veel voor.
De hond loopt weg, kruipt onder de bank of rent door de kamer en lijkt je uit te dagen tot een leuk pak me dan spelletje. In werkelijkheid probeert de hond de situatie te kalmeren en ook jou te kalmeren. (Zie kalmerende signalen)
Heeft de onderliggende emotie te maken met het tuig (pasvorm) of het tuig om doen (manier van om doen) de lijndruk, of het naar buiten gaan? Of misschien wel allemaal?
Ga eens na bij jezelf wat er allemaal gebeurt, of is gebeurt in de tijd voordat je dit blog leest. Hoeveel opwinding is er al ontstaan rondom dit ritueel? Hoe vaak heb je je strategie veranderd en hoe vaak heb je je hond tegen zijn zin toch in het tuig gekregen en mee naar buiten genomen? Wat gebeurde er allemaal met jouw emotie? Werd je boos, geïrriteerd, haastig, onzeker, of misschien zelfs angstig?
Vraag jezelf eens af of dat wat je tot nog toe hebt gedaan je iets heeft opgeleverd op de lange termijn, of alleen op de korte termijn? Want elke dag begint de hele soesa weer opnieuw.
Wil je werken aan de onderliggende emotie van je hond, zal JIJ dus iets moeten veranderen en dus niet jouw hond. Je kan pas verandering brengen als je voor vertrouwen en comfort zorgt.
Oefen op een leuke manier, maak de situatie voorspelbaar voor je hond, laat hem zelfstandig keuzes maken.
Let op! Oefenen betekend niet het tuig om doen. Je gaat bij je oefen sessies dus ook niet naar buiten. Oefenen betekend eerst de associatie met het tuig veranderen terwijl je hond in een gemoedstoestand kan zijn van vertrouwen, zonder dat hij bang is dat jij het tuig om doet.
De afstand tot het tuig moet jij dus inschatten. Waar is je hond nog comfortabel? Dit is natuurlijk bij elke hond anders.
Maar ik moet toch naar buiten met mijn hond?😳
Maak positieve associaties met een nieuw goed passend tuig (liefst een Y tuig).
Oefen zo vaak als je kan (10 x per dag) in hele korte sessies (3 min). Oefen op meerdere plekken zodat je hond het gaat generaliseren.
(Honden leren context gebonden)
Let op oefenen is niet persé het tuig aan doen. Oefenenen is je hond zo comfortabel mogelijk houden. Kijk dus naar wat je hond je vertelt. Leer de stress signalen (link) van je hond kennen! Hoe meer in comfort je hond zal zijn, hoe meer het zelfvertrouwen en vertrouwen in jou stijgt en je dus stappen vooruit gaat maken. Zo zal het nieuwe tuig als positief worden ervaren.
Is je hond angstig buiten, denk dan nog niet aan een hele wandeling, dan is misschien buiten voor op de stoep, of de tuin je eerste stapje. In samenwerking met een gecertificeerde gedragsdeskundige of hondenschool die traint op positieve wijze, kun je verder werken aan het zelfvertrouwen en vertrouwen in jou van jouw hond.
Succes!
Stap 1: Introduceer het tuig, gooi voer op de grond (het voer moet door de hond ervaren worden als een beloning, hij moet het dus super lekker vinden)
Stap 2: Loop weg met het tuig in je hand en kies een nieuwe plek om voer op de grond te gooien, gooi niet heel dicht bij jou.
Stap 3: Leg het tuig op de grond en gooi voer rondom het tuig.
Stap 4: Ga op je hurken of stoel zitten, hou het tuig in je hand en beloon met voer op de grond, herhaal, gooi voer dichtbij en daarna weer ver weg.
Stap 5: Hou het tuig zo vast dat de hond er met zijn kop in zou kunnen stappen. Hou een voertje in de opening en beloon. (Let op! Voer zo, dat de hond zijn kop er nog niet in hoeft te steken)
Herhaal telkens na even een paar meter weg te lopen en op andere plek te gaan staan)
Stap 6: Deze stap is een heel belangrijke stap, waarbij de hond zéér comfortabel moet zijn met de vorige stappen.
Let op! De beloning kan de hond net over zijn eigen grenzen drukken, dus let op dat je de lichaamstaal goed in de gaten houdt. Stapt de hond af en toe achteruit, of rekt hij zich uit richting het voertje, is de hond nog niet comfortabel genoeg voor deze stap.
Je lokt de hond doormiddel van het voertje in het tuig, zorg dat de opening van het tuig zo groot mogelijk staat, zodat het hoofd er ook weer makkelijk uit kan.
Laat de hond een aantal keer in en uit het tuig stappen. Beweeg de opening nooit naar de hond toe, maar laat de keuze bij de hond.
Beloon zowel voor instappen, als uitstappen.
Kies telkens weer een andere plek in de kamer om de hond te laten instappen, zo wordt het een spel waarbij de hond jou mag volgen en de hond niet in een benauwde situatie wordt gehouden. Dit geeft jou tijd om goed te kijken naar hoe graag de hond bij het tuig en jou in de buurt is en de stress signalen goed te observeren.
Stap 7: Nu is het tijd om stap 6 te gaan benoemen, als je hond zijn kop in het tuig steekt benoem je dat met een signaal. Bijv ‘tuig’ of ‘instappen’.
(Let op, benoem het pas al de hond het al doet en niet vooraf)
Stap 8: Nu kan je het tuig over de rug van de hond vouwen terwijl je voertjes op de de grond legt.
Laat je hond flink wat voertjes eten en haal ondertussen het tuig weer van je hond af en laat hem er uit stappen.
Stap 9: Nu wordt het tijd het tuig te gaan sluiten
Probeer te voeren, evt in een snuffelmat zolang de hond het tuig aan heeft, hou het kort.
Stap 10: Namate de stapjes telkens makkelijker worden en je hond het tuig als prettig ervaart kan je het signaal meer naar voren gaan halen en het tuig steeds langer om houden.
Blijf langere tijd zorgen dat het tuig om doen een spel is door de hond eigen keuzes te laten en het allemaal positief te houden. Op deze manier kan je naar buiten met je nieuwe tuig🤗
Geschreven door Boukje van Hilst
Resource guarding/ iets beschermen dat waarde heeft voor de hond.
Wat is resource guarding?
Angst voor het verlies van iets van waarde; voer, een kauwbot of een speeltje. Dit levert stress op en je ziet dat door verandering in het gedrag van je pup/hond.
Wanneer komt het voor?
  • Tussen honden onderling
  • Tussen hond en familieleden
Je pup en resource guarding?
De meeste pups hebben nog niet geleerd dat ze hun “buit” moeten verdedigen tegen anderen Je wilt dus je dat pup je kan vertrouwen en dat er niets wordt afgepakt dat van waarde voor de pup is.
Tips; voorkomen is beter dan genezen
Door goed management en spel training leert de pup jouw aanwezigheid of loslaten van zijn “buit” nog iets veel leukers oplevert.
  • Staat de pup te eten, loop rustig langs en voeg wat extra lekkere brokjes toe.
  • pakt je pup iets van de straat of in huis dat je graag uit zijn bek wilt halen, zorg dat je het ruilt voor een lekker voertje. Houd hiervoor het brokje voor zijn neus of gooi het op de grond, 9 van de 10 keer laat de pup zijn buit vallen
  • speel het spel, speeltjes wissel
Speeltjes wissel-spel
1. voorbereiding; diverse speeltjes of meerdere dezelfde speeltjes
2. Start het spel met 1 speeltje terwijl je de andere speeltjes bij je in de buurt hebt liggen
3. Laat dit speeltje “dood” vallen,
4. Pak een ander speeltje, beweeg/ speel ermee totdat je pup het eerste speeltje laat vallen en naar je toe komt en met het nieuwe speeltje gaat spelen.
5. Herhaal dit met een ander speeltje.
6. Pas als je hond gemakkelijk het speeltje los laat om met het nieuwe speeltje te spelen voeg je een signaal woord bijv. ‘los’ of ‘wissel’ toe. Het gaat om het spel en voordat je het signaal woord toevoegt zul je het spel mogelijk enige dagen of weken moeten spelen. Speel dit spel maximaal 3 tot 5 minuten
Belangrijk: het is een spel, er zijn geen spelregels en geen goed of fout en gaat om samen bezig zijn.
Heeft de hond een signaal woord geleerd en wisselt hij gemakkelijk van speeltje dan kun je dit ook doen met een lekker hapje of kauwbot. Je vraagt dan ‘los’ of ‘wissel’ en je geeft hetzelfde of nog lekkerder hapje ervoor in de plaats.
Hoe herken je resource guarding?
Zie of hoor je gedragsverandering als jij in de buurt komt als je pup iets van waarde heeft? (van waarde vd hond)
Er is een veelheid aan gedragingen en elke hond heeft zijn eigen methode om met een (potentieel) stressvolle situatie om te gaan dus observeren van je hond is erg belangrijk.
  • Zie je verandering van gedrag om het moment dat de hond iets van waarde heeft, bijvoorbeeld stress signalen, lip likken (tongelen), verstijven of zelfs (diep uit de borstkast) grommen.
  • Zie je herhaling van dit gedrag gedurende de dag en zo ja in welke situaties,
Resource guarding en nu….
VOORKOM herhaling van het gedrag door management en training.
Ben je niet zeker of en hoe je het gedrag kunt managen neem dan contact op met van Stal voor een advies op maat. Hoe vaker de hond het gedrag kan herhalen hoe moeilijker het is om dit gedrag aan te passen.
Hieronder enkele tips die je kunnen helpen.
  • Zorg voor rust kalmte bij je hond; voldoende slaap en rust, kalmerende activiteiten zoals likmat, kong, kauwbot, hersenwerk cq puzzels.
  • Voorkom herhaling van gedrag door management; heb je meerdere honden? Hou de honden apart als er gegeten of gespeeld wordt, in een bench of in verschillende kamers.
  • Ga niet naar een druk losloop gebied om te spelen met een speeltje als je hond het speeltje of bal van waarde vindt. Grote kans dat andere honden mee komen spelen en dat werkt het verdedigend gedrag in de hand
Training; creëren van vertrouwen dat er altijd iets van nog meer waarde tegen het “verlies” staat. Zie het spel; speeltjes wissel
Pak nooit zomaar iets af van je hondje. Stel hij heeft een sok of schoen te pakken, gooi onopvallend meerdere brokjes op de grond en laat hem de brokjes eten.
Let op! haal niet direct de sok of schoen weg. Je pup zal anders de associatie leggen met het los laten en niet meer terug krijgen. Herhaal het voer op de grond een aantal keer, is je hondje heerlijk brokjes aan het eten kun je rustig je sok of schoen weg halen na een aantal keer.
Geschreven door Jeannette Vd Weck
Je PUP Laten LOSLOPEN!
Het is belangrijk om al in de eerste weken dat je hondje bij jou is te gaan oefenen met loslopen. Dat voelt misschien nog een beetje spannend, maar in de eerste weken heb je de meeste kans op succes omdat je hondje dan nog heel dicht bij je wil blijven, dus veel kans op succes en je kan dus vaak belonen voor goed gedrag. Vanaf de 18de week zit je hondje in de fase van de benen nemen en zal hij meer op eigen houtje de wereld gaan ontdekken.
Van belang dus dat je dan al vaak gewenst gedrag beloond hebt, zodat je hondje niet te ver van je weg beweegt.
We hopen dat jullie met onderstaande tips en spel ideeën het “pup los laat moment “vol vertrouwen tegemoet zien en vooral samen veel plezier hebben.
Start met loslopen vanaf de tweede week dat je hondje bij je is. (leeftijd ongeveer 9 a 10 weken)
Houdt je wandeling kort, hooguit 10 minuten en blijf een beetje op één plek (niet echt lopen dus) overprikkeling ligt op de loer.
1. Een veilige omgeving
Je zorgt voor een veilige omgeving dus geen verkeer in de buurt en niet te veel andere honden. Een plekje voor jou en je pup alleen is prima.
2. Lekkere en super lekkere voertjes op zak
Zorg dat je lekkere voertjes op zak hebt want in een omgeving met interessante geurtjes, voorwerpen en mogelijk andere honden wil jij als begeleider super aantrekkelijk zijn. Dat ben je door met je pup te spelen maar ook door te belonen en wel met iets wat je pup ERG lekker vindt.
3. Voor het eerst LOS – speel het volg me spel
Benodigdheden; veilige omgeving, lekkere voertjes en een speeltje
  • Je maakt de lijn los van het tuigje, je geeft een paar voertjes
  • Loop vervolgens een klein stukje weg
  • Beloon je hondje als hij met je mee rent. Dat zal hij zeker doen!
  • Dit kun je herhalen waarbij je steeds iets langere stukken wegloopt, let wel 15 meter is al een heel eind voor zo’n jonge pup
  • Verander je tempo in wat sneller lopen of zelfs een klein drafje en rustig bewegen, dit maakt het nog leuker voor je hondje om je te volgen.
  • Speel slechts kort, 3 tot 5 minuten is echt genoeg
  • Herhaal dit spelletje op verschillende veilige locaties
  • Lijn je hondje tussendoor een keer aan (beloon) en maak de lijn een paar meter verder weer los (beloon)
Is je pup ouder dan is hij al minder afhankelijk zijn van jou en misschien geneigd om zijn eigen onderzoek te starten en (tijdelijk) vergeten dat jij ook in de buurt bent. Hieronder staan enkele voorbereidingen die jou en je pup de vaardigheden en het vertrouwen geven om veilig en succesvol los te lopen.
4. Voorbereiding, in huis en de tuin of tijdens wandelingen
  • Oefen vaak met de koppeling van de naam van je pup en beloon dit ten overvloede.
  • Speel af en toe in huis en in de tuin of buiten aan een lange lijn een spelletje waarbij je je hondje bij je roept en telkens beloond. (Let op, dit mag op korte afstand zijn)
  • Bij aan of aflijnen geef je telkens een beloning. Zo krijgt aan en aflijnen een positieve betekenis voor je pup.
  • Raak regelmatig kort het tuigje aan, je geeft een (stem) beloning en laat direct weer los.
Gebruik consequent vaste routines bij het aan en aflijnen, oefen in huis, tuin en buiten in bos en park. Dan leert je pup het snelst.
5. Losloop Tips:
  • Is de pup los, roep hem dan regelmatig bij je in makkelijke situaties als je weet dat je slagingskans hoog is. Beloon als je pup bij je is. Laat hem daarna zijn gang weer gaan.
  • Als je pup bij je is raak dan kort zijn tuig aan of leg je hand op zijn lichaam. Vindt de pup het vervelend dat jouw hand over zijn kop heen gaat (dit zie je bijv aan het verlagen van de kop, een stapje achterwaarts gaan, weg kijken of wegdraaien) laat je hand dan via de zijkant of onderkant kaak glijden richting het tuigje. Beloon en laat hem zijn gang weer gaan.
  • Rent je pup van je weg, of loopt hij niet meer mee? Roep zijn naam en ren de andere kant op, 9 van de 10 keer zal je pup eieren voor zijn geld kiezen en achter jou aanrennen. Beloon hem met je stem en iets heel lekkers. Let op! Het kan natuurlijk zijn dat je pup het allemaal te spannend vindt! Hou altijd de lichaamstaal van je hondje in acht. twijfel je of hij het wel naar zijn zin heeft, probeer het een weekje later nogmaals.
  • Wil je de pup aanlijnen, strooi wat voertjes op de grond en doe de lijn aan het tuig, zonder het tuig vast te pakken. Het vastpakken van het tuig kan als onprettig worden ervaren. Voorkom dat je pup de associatie maakt, aanlijnen is altijd naar huis dus het losloop plezier is over doordat je alleen maar aan het eind van je loopje aanlijnt. Voordat je het weet speel je anders het spel “pak me dan als je kan” en dat wil je voorkomen.
6. Verstoppertje! Is je Pup 20 weken en ouder?
Speel dit spelletje alleen als je hondje iets ouder is en al voldoende zelfvertrouwen en vertrouwen in jou heeft opgebouwd door de eerdere succesjes.
Verstoppertje is uitdagender dan het volg me spel omdat hij zijn neus moet gebruiken om jou te vinden.
Je zorgt voor een veilige omgeving, dus geen verkeer en niet te veel andere honden in de buurt. Je hebt een lekkere beloning bij je of een favoriet speeltje.
Zodra je pup aan het rond snuffelen is stap je van het pad af en verstop je je.
Vindt je pup je direct….Goed gedaan! Hij heeft namelijk geleerd op jou te letten. Beloon met iets lekkers of speel even met hem.
Herhaal het verstoppen of neem onverwachts een ander bospad en beloon de pup iedere keer als je gevonden wordt of de pup met je mee rent. Mocht het een keer gebeuren dat je hondje de verkeerde kant op rent, stap achter je boom vandaan en maak beweging + stemgeluid, zodat je hondje niet in paniek raakt en je echt kwijtraakt.
Veel plezier, heb vertrouwen!
Geschreven door Jeannette Vd Weck & Boukje van Hilst

We willen natuurlijk allemaal het beste voor onze hond, maar heb je er wel eens bij stil gestaan dat voeren vanuit een voerbak eigenlijk niet valt onder de behoefte van een hond. Honden leven in geur beelden en halen de meeste informatie op via de neus. Ze houden er van hun neus aan te zetten en halen daar veel voldoening uit. 

Geef jij je hond voornamelijk uitdaging via wandelen, balspel en spelen met andere honden? Dan heb ik een tip voor je! Zet de neus van je hond aan! 

Door zijn neus meer aan het werk te zetten wordt de linkerhersenhelft meer gestimuleerd. Hierdoor voorzie je in een hoge behoefte en kan het zelfs zijn dat je bepaalde probleemgedragingen kan voorkomen. 

Honden die minder goede eters zijn, gaan vaak beter eten als we ze het eten ietsje moeilijker maken. Dat klinkt gek, maar probeer het maar eens. Ik weet zeker dat je er zelf ook voldoening uit gaat halen. 

Om te starten met voeruitdagingen begin je met wat kleinere hoeveelheden van het voer aan te bieden, zodat je hond niet in één keer zijn hele maaltijd hoeft te zoeken. Voer zoeken kan enorm uitdagend zijn. Zo staat 15 min snuffelen (mentale uitdaging) ongeveer gelijk aan een uur wandelen. Daarmee zeg ik natuurlijk niet dat je hond niet nog andere leuke dingen met jou moet ondernemen, maar het is wel zonde als er niet voldaan wordt aan deze hoge behoefte. En het is vrij simpel! 

Wanneer je vers vlees geeft, is interactief voeren iets moeilijker, maar ook daar zijn steeds meer leuke voeruitdagende mogelijkheden voor. 

Zo kan je je hond een lickimat geven, waarvoor je hond langere tijd moet likken om zijn voer te nuttigen. Ook Kong heeft meerdere voeruitdagers die met vers vlees prima kunnen werken. 

Met brokken is het helemaal een feest. Simpele spelletjes als een handje brokken in het gras gooien als jij heerlijk in het zonnetje op een bankje zit. Je hond scharrelt wat om je heen op zoek naar voer. Je kan de neus van je hond zijn werk horen doen, een heerlijk rustgevend geluid. 

Enkele voorbeelden om voer in te verstoppen zijn:

Ook zijn er talloze voeruitdagers waar je er meerdere van kan sparen om zo telkens weer nieuwe uitdagingen te bieden. 

Het is niet nodig dat je hond op gezette tijden eet. In de natuur eet een hond ook niet standaard 2x daags op vaste tijden.

Je kan het voer ook deels inzetten om ongewenst gedrag te voorkomen of als je je hond iets wilt leren. Neem een deel van het voer bijvoorbeeld mee op wandeling om naast de extra lekkere snacks te belonen voor gewenst gedrag. 

Kortom weeg de hoeveelheid voer die je hond dagelijks krijgt ‘s morgens af en gebruik het gedurende de dag als leuke tussendoortjes en om je hond te belonen voor goed gedrag. 

Veel snuffelplezier!!

Geschreven door Boukje van Hilst

Honden hebben, net als veel andere zoogdieren, emoties. Onderzoeker Panksepp toonde aan dat zoogdieren (mensen zijn ook zoogdieren) vergelijkbare hersenen hebben, met dezelfde hersen centra die dezelfde neurotransmitters aansturen. En net als bij mensen, komen de meeste emoties voor in het dagelijks leven. Maar zodra een bepaalde emotie op het verkeerde moment of verkeerde intensiteit aanwezig is, kan het je dagelijks leven gaan belemmeren. Angst is hier een heel duidelijk voorbeeld.

Angst heeft als doel om gevaarlijke situaties te kunnen inschatten, uit de weg te gaan en te vermijden. Dit zorgt ervoor dat een dier langer in leven blijft. Angst is dus heel nuttig. Maar een hond in de mensenwereld kan angst ook op andere momenten ervaren. Dus wat is nu precies angst? En wat doet dit met de hond? Kunnen we het voorkomen? En als een hond last heeft van angst, wat moeten we dan doen? In dit artikel gaan we dit verder uitzoeken.

Angstreactie
Als we naar gedrag van een hond kijken, zijn er verschillende facetten belangrijk. Vroeger werd een “black-box” methode aangehouden. Een prikkel wordt opgemerkt door de hond, die door hem verwerkt wordt en een gedrag uitlokt. Dit gedrag zal een leerervaring brengen, waardoor de hond dit gedrag vaker (positief gevolg) of minder vaak (negatief gevolg) laten zien. Denk maar aan een hond die een kat ziet. De prikkel is de kat, intern wordt er een beslissing genomen waarna de hond achter de kat aan gaat. Als de kat wegrent, wordt de hond beloond; dit was immers een leuk spelletje.

Maar, met de huidige wetenschappelijke onderzoeken kunnen we verder kijken. Wat brengt de hond tot deze beslissing? En wat voor invloed heeft dit op het gedrag? En kunnen we dit gedrag verder specificeren?

Hierbij moeten we meer observeren en weten over de interne processen die hier een rol in spelen.

Het gedrag zelf (achter de kat aan rennen) kunnen we verder ontleden. Hierbij kijken we naar lichaamstaal (houding), stress signalen en context. Laat hij bij het zien van de kat een lage houding zien, een staart tussen de benen en verstijft hij? Dan kan het om angst gaan. En toch rent hij vervolgens op de kat af! Dit lijkt tegenstrijdig, maar hier komen ook eerdere leerervaringen om de hoek kijken. Als hij de kat weet weg te jagen, neemt zijn angst af. Succes! Maar als hij eerder geleerd heeft met een grote boog de kat te ontwijken, zal dit zijn eerste optie zijn om te doen. Kortom, zijn interne motivatie om bepaald gedrag te tonen zijn van vele factoren afhankelijk.

Gedragsfactoren
De motivatie van de hond om bepaald gedrag te vertonen is afhankelijk van bepaalde factoren. Enkele factoren zijn:

Tijd om even dieper in te gaan op angst, met name als emotie.

Neurobiologisch
Het brein is waar alle processen afgehandeld worden. Dit is dan ook wat vroeger bedoeld werd met “Black Box”. We wisten simpelweg niet wat in de hersenen gebeurde en hoe het dier dit vertaalde naar gedrag. Met vele wetenschappelijke onderzoeken hebben we beter inzicht gekregen in welke processen, stofjes en reacties het brein onderhevig is.

Het start allemaal met het waarnemen van een angstige prikkel. Dit kan zowel visueel, audio, reuk, tast of smaak zijn.

Na het waarnemen wordt deze prikkel verwerkt en worden processen in de hersenen gestart die alle reacties activeren die de hond nodig acht. Aan de hand van bovenstaande gedragsfactoren worden bepaalde reacties sterker, waarna uiteindelijk een bepaald gedrag vertoond wordt.

Deze processen worden gestart doordat het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd wordt, waardoor adrenaline en noradrenaline aangemaakt worden. De hond is klaar voor actie. Hogere hartslag, ademhaling, trillen (spierspanning) en mogelijk urineren, lichamelijke reacties op adrenaline. Ook verandert de lichaamshouding. Door toenemende adrenaline, wordt de spierspanning verhoogt, waardoor de staart naar beneden getrokken wordt, lichaamshouding wordt kleiner gemaakt. Maar de hond kan ook gaan krabben, schudden, vergrootte pupillen hebben, bevriezen, schudden en/of borstelen. Evenals allerlei andere stress-signalen. Hoe hoger de angst oploopt, hoe meer stress-signalen te zien zijn, tot het punt waarop de hond (aan de hand van de gedragsfactoren) en de reactie laat zien?

Bovenstaande proces loopt zeer snel. Een tweede proces dat gestart wordt heeft iets meer tijd nodig. De Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Hier wordt uiteindelijk cortisol uitgescheiden, het stresshormoon. Hoge langdurige stress zorgt ervoor dat “onnodige” functies uitgeschakeld worden, waaronder het leervermogen. Dit is nuttig, aangezien de hond (of elk dier) niet moet leren om tijdens angst ook nog de high-five te moeten uitvoeren.

Waar adrenaline zeer snel weer afgebroken wordt, duurt de afbraak van cortisol meestal 48-72 uur. Hier is rust dan een belangrijke factor die helpt met het verlagen van de cortisol.

Dit verklaart ook waarom honden na een lange dag, of pas bij de zoveelste hardloper reageert. Adrenaline is al afgebroken, maar cortisol heeft het dier juist al die tijd kunnen opbouwen. Deze “stacking” van stress heeft dus als gevolg dat honden sneller reageren wanneer er een prikkel aangeboden wordt. Hun hersenen zitten simpelweg vol.

Omdat angst ook de kans op overleven vergroot, treedt ook “Single Event Learning” op. Hiermee leren ze meteen om de volgende keer dat gevaarlijke roofdier te vermijden. Maar dit treedt dus ook wel eens op in irrationele angst-situaties (startende motor, onbekende persoon, wapperende vlag, etc). Hierdoor kunnen ze angsten vrij snel ontwikkelen voor gewone dingen.

Begeleiding
Nu we weten dat angst begint bij de hersenen, is het duidelijker waarom bepaalde technieken wel of geen nut hebben om je hond hier doorheen te helpen.

Negeren: Negeren van angst heeft geen toegevoegde waarde, aangezien hiermee niet de adrenaline en cortisol verminderen. Tevens blijft de prikkel die angst opwekt in de buurt, waardoor langdurige stress plaats kan vinden.

Belonen: De meest afgeraden tactiek is belonen of optillen. Echter, aangezien leervermogens in stressvolle situaties steeds minder werken, worden adrenaline en cortisol niet beïnvloed door runderlong of andere voertjes. Het is geen bewuste handeling van de hond, daarom is steun geven, belonen en/of optillen juist niet verkeerd. Let wel, verlaat de situatie zo snel mogelijk, zodat je op een grotere afstand de hond ander gedrag kan aanbieden (b.v. snuffelen), zodat hij zelf leert de situatie aan te kunnen. Hierdoor wordt hij niet compleet afhankelijk van jou tijdens angstige situaties.

Wanneer de situatie nog enigszins handelbaar is (b.v. afstand groot genoeg), kan dit zorgen dat er een positieve link gelegd wordt.

Straffen: Wanneer een hond angstig is en uiteindelijk een gedrag heeft ingezet (bijvoorbeeld agressie), dan gaan veel mensen hun hond corrigeren. Echter, het leervermogen is beperkt, waardoor dit minimaal effect heeft. Daarnaast is het ook een extra stress-prikkel die je toevoegt aan een al beladen situatie. Hiermee bereik je dus eerder het tegenovergestelde: de hond kan ook een negatieve link met jou maken!

Vermijden: Door angstige situaties te vermijden, wordt de hond minder blootgesteld aan stress. Zijn reacties zullen meer gemaakt worden aan de hand van leerervaringen en wat het meeste oplevert. Als de hond leert om naar jou te kijken, zal hij dit vaker doen (dit levert immers iets op). Als de stress/angst beperkt blijft, is het nog steeds mogelijk om dit kijken te gebruiken, hierdoor krijgt de hond een nieuwe optie. Zo worden weer nieuwe leerervaringen opgebouwd, wat de overwegingen in stressvolle situaties positief kunnen beïnvloeden.

Hulpmiddelen: Er zijn ook bepaalde supplementen en hulpmiddelen die kunnen helpen bij angst. Deze hebben een positief effect op de hormonen en neurotransmitters, waardoor ze voor minder stress zorgen in bepaalde situaties. Bedenk alleen dat dit een hulpmiddel is, niet de oplossing!

Denk hierbij aan bijvoorbeeld Zylkene, Adaptil of PUUR Tranquil. Raadpleeg altijd een erkende gedragstherapeut voor optimale resultaten. Er kan ook gedacht worden gedragsmedicatie. Ook hier kunnen we je bij helpen, in overleg met de dierenarts.

Voorbeelden van angst

Er zijn verschillende soorten angsten, waarvan sommige zelfs als fobie geclassificeerd kunnen worden. Honden die pijn ervaren bij aanraking kunnen angstig worden voor handen. Een trage schildklier bijvoorbeeld verandert de hormoon huishouding, waardoor de hond makkelijker voor agressie kan gaan. Zo wordt een andere hormoon, serotonine, beïnvloed. Lage serotonine waarde heeft een negatieve invloed op de agressie, waardoor de hond sneller agressie inzet.

Kortom, elke gedragsfactor heeft invloed op welke angst zich kan ontwikkelen.

Met name situaties die niet voorspelbaar zijn geven een angstig gevoel bij honden. Hoe meer ze controle over een situatie hebben, hoe makkelijker ze met die situatie kunnen omgaan.

Hoe dan ook, mocht je hond last hebben van bepaalde angsten, neem dan zo spoedig mogelijk contact op. Dan kunnen we samen het beste traject inzetten om je hond zijn angst een plek te geven.

Geschreven door Vincent Oomen

Als je niet wil dat je hond op de bank gaat, vraag jezelf dan eerst af, waarom je dat niet wil?! Nog steeds denken veel mensen dat als een hond op de bank gaat, hij dominant is.
De dominantie theorie is oud en achterhaalt, maar spookt helaas nog steeds door menig hondeneigenaar zijn hoofd.

Dominantie theorie (link)

Mag jouw hond niet op de bank vanwege een andere reden, bijvoorbeeld dat je je bank netjes wilt houden, dan is dat natuurlijk aan jou en een prima rede.
Helaas is het alleen niet zo simpel om je hond aan te leren dat hij niet op de bank mag.
Ten eerste ligt je bank waarschijnlijk super zacht en houden honden vaak van een hoge slaapplek voor overzicht en het is lekker bij jou in de buurt. Het is dus zelf belonend om op de bank te liggen.

Zelf belonend gedrag zal een hond dus altijd herhalen omdat het hem iets oplevert.

Daarnaast leren honden context gebonden. De hond zal dus bij een negatieve ervaring met jou en de bank, stel dat je ervoor zou straffen, de link nog steeds met jou maken. Hij leert dus, ik mag niet op de bank als jij er bent. Maar hij heeft nooit geleerd dat als jij er niet bent, hij ook niet op de bank mag.
Dit resulteert in dat als je weg bent, je hond wel op de bank gaat. Kom jij thuis, springt hij er snel vanaf.
Bij het inzetten van straf kan je je ook afvragen of je dan geen aandacht aan het geven bent voor ongewenst gedrag. Straf zou dan ook echt straf moeten zijn, dus als negatief moeten worden ervaren door de hond. Hierin moet je je dus tevens afvragen of je dat wil. Ik vind mijn relatie met mijn honden zeer belangrijk en wil in geen situatie dat ze bang zijn in mijn aanwezigheid.

Best een lastige opgave dus!

Tip 1:
Je zou een compromis kunnen maken en je hond kunnen leren dat hij wel op een deel van de bank mag, waar jij een kleedje neer legt.
Dit zou je dan moeten trainen, door dat deel van de bank aantrekkelijker te maken, doormiddel van trainingssessies met voer.

Tip 2:
Je zou kunnen voorkomen dat je hond op de bank gaat, door de kamerdeur dicht te houden en de bank te barricaderen als je er niet bent.

Tip 3:
Hoeveel aandacht heb jij voor gewenst gedrag? Probeer te kijken naar elk kleine stukje gewenst gedrag. Vaak ligt de focus te veel op ongewenste gedragingen. De hond is bv al een tijdje rustig en vermaakt zichzelf. Nodig je hond dan eens uit voor een leuk spelletje met jou. Vaak wachten we te lang totdat de hond zich gaat vervelen en naar andere bezigheden op zoek gaat. Zoals springen op de bank. Als dat telkens aandacht (negatieve aandacht is ook aandacht) oplevert, zal je hond dat herhalen.

Tip 4:
Leer je hond aan wat het woordje ‘nee’ betekend. Als je een woord gewoon maar zegt, betekent het niet dat je hond weet wat je bedoelt. Hij spreekt immers een andere taal. Elk signaal zal je moeten uitleggen.

Tip 5:
Je zou je hond er telkens op een rustige manier af kunnen halen door hem bij zijn tuig te pakken of je hond te leren je hand te volgen. Vervolgens begeleid je hem naar zijn eigen plekje. Deze plek maak je in trainingssessies positief door daar bijvoorbeeld een snuffelmat te geven of te belonen als hij voor zijn plaats kiest.

Tip 5:
Zorg dat de plaats van jouw hond, wel ook echt een plek is naar zijn behoefte. Warm of juist koel, hoog, beschut, rustig of een plek waar overzicht is.

Tip 6:
Leer je hond het woord aan dat bij zijn plaats hoort. Zodat je hem in een later stadium ook naar zijn plek zou kunnen begeleiden door het woord daaraan te koppelen.
Dit geeft ook weer uitdaging en werkt band versterkend.

Leer je hond waar hij aan toe is en wat je van hem verlangd! Iets anders aanleren is belangrijker dan denken in iets afleren. 😊👍🏻

Agressie wordt vaak als een heftig woord geïnterpreteerd, een woord met veel lading. Het wordt nog vaker ingezet als label: een hond is agressief. Even vooropgesteld, een hond labelen wordt niemand beter van, de eigenaar niet en al helemaal niet de hond zelf. Daarnaast klopt het gewoon simpelweg niet!

Een hond kan niet agressief zijn. Agressie is geen karaktereigenschap, het is een gedrag.

En gedrag komt altijd voort uit een bepaalde emotie. Die emotie zet weer aan tot bepaald gedrag, en zo is de cirkel rond. Naast dat het emotionele systeem een grote rol speelt, hebben ook leerervaringen een rol in het aanzetten tot gedrag. Anders verwoord is de functie van agressie vaak het verkrijgen en beschermen van zaken die voor de overleving van het individu belangrijk zijn.  Het is niet zo dat de hond ervoor kiest om agressief gedrag in te zetten om vervelend te doen. Integendeel. Binnen de classificering van agressie kan je twee systemen terugvinden: Offensief of Defensief. Daar weer op inzoomend heb je drie “oorzaken”’ die kunnen leiden tot gedrag:

Impulsieve agressie. Deze vorm van agressie komt vaak voort uit negatieve emoties zoals angst, frustratie en/of boosheid. Het gedrag wordt ingezet uit verdediging en wordt vaak getriggerd door provocatie en stress.

Instrumentale agressie. Deze vorm van agressie heeft vaak een doel voor ogen. Het kan gaan om een object of een instrument wat belangrijk is voor de hond zoals bijvoorbeeld status of spullen.

Appetitieve agressie. Deze vorm van agressie komt bijna niet voor onder onze huishonden, dit is agressie waarbij intrinsieke motivatie een rol speelt en de individu lust heeft voor geweld.

De honden (en eigenaren) die ik veel op consult heb zitten bijna allemaal in het impulsieve agressie systeem. Hier zoom ik dus even op in.

Om goed te begrijpen hoe dit werkt vertel ik je graag een stukje theorie over het brein van de hond. Dit is belangrijk om te snappen waar gedrag nou vandaan komt. Het brein van de hond is opgebouwd uit meerdere delen. Alle gedrag vindt zijn ontstaan in de dynamische regulatie van specifieke neuronale netwerken en de neuro chemische activiteit van het brein. Genetische achtergrond in combinatie met verschillende omgevingsfactoren bepalen de structuur en functionaliteit van de hersencircuits die gedrag en de fysiologie aansturen. In de hersenen zijn drie belangrijke onderdelen die ik toelicht:

De hippocampus. Essentieel voor het geheugen en leervermogen. Hier wordt het leerproces gestart. Vanaf de hersenschors wordt de informatie doorgegeven aan de hippocampus, om van kortetermijngeheugen lange termijn geheugen te maken.

De Amygdala. Dit is het centrum waar emoties worden vastgelegd en gereguleerd, ook conditioneren speelt hierbij een rol. Emoties worden gekoppeld aan bepaalde zintuigelijke ervaring en daarmee verbonden aan dieren, mensen en voorwerpen. De Amygdala is een paniekzaaier en hangt er al snel een negatief label op. De reactie kan reflexmatig zijn (emotions blocks thoughts!)

Het striatum. Het striatum is de verbinding tussen de Amygdale en de Hippocampus. Deze zorgt voor routine en legt routinematig gedrag vast.

De flow in bovenstaande hersenonderdelen is als volgt: Vanaf de schors wordt informatie doorgespeeld naar de hippocampus -> de hippocampus verwerkt deze en afhankelijk van de emotie wordt de amygdala ingeschakeld & daarnaast het striatum voor het routine matig werken. Het hippocampus is belangrijk voor het nieuw aanleren van nieuwe leerprocessen, waarnaar deze weer overgezet worden naar het striatum om het een routine te maken.

Zo, ben je er nog bij? Top! Dan heb je nu, denk ik, al heel veel meer bijgeleerd en kunnen we het omzetten in de uitleg over agressief gedrag.  

Zoals ik in het begin al benoemde komt agressie vaak voort uit twee verschillende emoties, even uitgaande van het systeem impulsieve agressie. Angst en pijn (of de herinnering/ associatie met pijn) zijn de meest veelvoorkomende emoties als zijnde oorzaak van gedrag waarbij agressie wordt ingezet. De Amygdala, de hippocampus en het striatum werken hierin keurig samen. Stel je voor, jouw hond ziet een andere hond op afstand. In het verleden heeft hij eens een negatieve ervaring gehad met een andere hond (->De amygdala, het emotionele systeem, wordt geactiveerd). Jouw hond heeft geleerd (->De hippocampus, verantwoordelijk voor het reguleren van leerervaringen en deze doorkoppelen aan de amygdala)  deze hond op afstand te kunnen houden door het inzetten van gedrag: uitvallen naar de andere hond. De andere hond besluit door de uitval van jouw hond op afstand te blijven, jouw hond heeft hierdoor wederom een succesvolle leerervaring. Op deze manier houdt jouw hond zichzelf veilig en kan hij zich goed verdedigen. Voelt hij zich hier goed bij? Nee! Het wordt aangedreven door de emotie angst. Hij is bang dat de andere hond hem pijn doet, wat zijn kans op overleven aanzienlijk verkleint.

Valt jouw hond uit? Zorg er dan voor d.m.v. goed management in te zetten dat jouw hond niet meer in deze situaties terecht komt.

Op deze manier blijven de positieve leerervaringen zich niet op stapelen wat ervoor zorgt dat het gedrag zich versterkt. Ga aan de gang met het aanpakken van de oorzaak, bijvoorbeeld angst als emotie. Stel een plan van aanpak op, neem hiervoor een goede gedragscoach/therapeut en/of steengoede trainer in de arm en zet je hond op voor succes. Jouw coach/therapeut/trainer moet zorgdragen voor veilige training situaties waardoor jouw hond weer het vertrouwen krijgt dat hij niet persé hoeft uit te vallen. Hij leert andere manieren, door het inzetten van wetenschappelijk onderbouwde methodes, om uiteindelijk om te gaan met deze situaties.  Begeleid hem in het maken van goede keuzes en voorkom positieve leerervaringen door het inzetten van agressie. Zorg ervoor dat je jouw omgeving en de situaties managet!

Geschreven door Melanie Piek

 

Bij het trainen van een hond wordt mij vaak de vraag gesteld, ‘hoe leer ik mijn hond dit gedrag af?’ Deze vraag is een vraag die enige aandacht nodig heeft, vandaar dit artikel. Hondentraining is niet iets wat je op die manier kunt duiden. Meestal is er veel meer aan de hand dan aanvankelijk gedacht wordt. Als we het even vanuit de mensenwereld bekijken, zou de vraag: ‘Mijn zoon loopt tijdens een ruzie telkens bij me weg, hoe leer ik hem dat af?’ ook een rare vraag zijn. Welke antwoorden zouden we dan krijgen? De gehele context dient bekeken te worden, en niet alleen de context, maar het complete gezinsleven. Waarom loopt deze jongen weg?

Begrijpen jullie elkaar niet? Vanwaar de ruzies? Waar gaan de ruzies over? In wat voor fase van het leven zit hij? Wordt er onredelijk met hem omgegaan? Hoe is de sfeer in huis? Kunnen jullie goed met elkaar praten? Kunnen jullie goed naar elkaar luisteren?

Dit zijn vragen die je jezelf zou kunnen stellen, of waar een psycholoog mee zou kunnen komen. Bij hondentraining is dat niet anders. 

Tevens denk ik liever in termen van iets anders aanleren, voorkomen of negeren van gedragingen. Als je een hond iets wil afleren zal je één of meerdere van deze strategieën in moeten zetten. Denk je alleen maar in afleren, dan zou je je af kunnen vragen wat de hond dan daadwerkelijk geleerd heeft en welke beslissingen hij een volgende keer zou nemen in deze of soortgelijke situatie. Een hond reageert namelijk altijd vanuit een emotie. En zal dat gedrag vertonen wat hem de vorige keer iets heeft opgeleverd. 

Hondentraining. Wat is dat dan eigenlijk?

De definitie van hondentrainig uit encyclo.nl: 

Door middel van hondentraining wordt een hond geleerd om opdrachten uit te voeren, op bepaalde situaties te reageren of zich op een bepaalde manier te gedragen. 

De gemiddelde hondeneigenaar denkt hier misschien meteen aan oefeningen zoals zit, af, blijf of volg. Er wordt dan ook op veel hondenscholen alleen door middel van commando’s (signalen) getraind. Wat we vaak zien is dat mensen een signaal geven als symptoombestrijding. Bijvoorbeeld een ‘zit’ vragen als de hond opgewonden en druk is. Zonder zich af te vragen waarom de hond druk gedrag vertoont. Op deze manier wordt de ‘zit’ gebruikt als symptoombestrijding. De hond blijft telkens druk in zo’n soortgelijke situatie omdat er niet gewerkt is aan zijn onderliggende emoties. De ‘zit’ is slechts een houding! En druk zijn is slechts gedrag dat ontstaat uit een emotie/behoefte. En hoe voelt het als je moet gaan zitten als je druk bent vanwege opwinding of angst?

Het is belangrijk dat honden om kunnen gaan met de (mensen)wereld. Dat geldt voor alle honden, groot, klein, jong, oud, introvert, extrovert, bang, onstuimig. En elk moment is anders. Als begeleider moet je weten hoe je hond zich voelt om op dat moment de goede beslissingen te nemen.

Hondentraining is dan ook wat mij betreft eigenlijk een verkeerd woord. Je hond leren “lezen” en hem helpen te navigeren door de wereld. De training is erop gericht emoties te herkennen en daarmee aan het werk gaan, zodat jij en je hond zich fijn bij elkaar voelen. Proberen niet meer te denken in termen van ‘iets afleren’, maar liever van ‘iets anders aanleren’ helpen, steunen, of voorkomen. Afhankelijk van elke situatie en context.

Geschreven door Boukje van Hilst

Als je hond gromt of bijt doet hij dat om jou iets duidelijk te maken. Het is voor hem een manier van communiceren en dus honds gedrag. Hij doet dit niet zomaar en al zeker niet om jou te pesten. 

Voordat honden daadwerkelijk zullen aanvallen geven zij een reeks afstand vergrotende signalen af. Deze zijn dus letterlijk bedoeld om de dreiging die in de ogen van de hond nadert op afstand te houden. Dit is geen “stout” gedrag maar een manier om te communiceren: ik waarschuw je, hou afstand.

Als er naar de subtiele signalen van de hond niet geluisterd wordt, zal hij duidelijker moeten worden. Als je hond al gromt of bijt, kan het dus goed zijn dat je de subtiele signalen hebt gemist. Straf je hond nooit voor deze signalen. Grommen is bijvoorbeeld een signaal dat veelal wordt afgestraft. Grommen is slechts een waarschuwing. Zouden we het grommen afstraffen zal de hond een volgende keer het grommen overslaan en dus sneller bijten. 

Afstand vergrotende signalen zijn onder andere:

De hevigheid van het gedrag dat hierbij gebruikt wordt hangt af van de waarde van het geen dat de hond bewaakt, zijn vorige leerervaringen en hoe de hond zich verder voelt.

Honden kunnen ook grommen om hun eigen lichaam te beschermen door pijn of ander ongenoegen.
Vaak ontstaat het bijvoorbeeld bij:

We staan er vaak niet bij stil, maar bij al dit soort dagelijkse handelingen moeten we niet voorbij gaan aan de afstand vergrotende signalen die onze honden geven. Voor niet elk van de dagelijkse handelingen geldt dat ze als positief worden ervaren door onze honden. Het is ook best veel wat er van honden gevraagd wordt in onze mensenwereld. Ze moeten altijd maar vriendelijk zijn tegen iedereen. Vreemde mensen, kinderen, soortgenoten en andere dieren. Kleine hondjes worden bijvoorbeeld vaak zomaar, zonder waarschuwing opgetild.

Honden worden veel geaaid, eigen honden en zelfs vreemde honden, omdat wij ze willen aaien, maar hoe vaak vraag jij toestemming aan een hond? Het is dus goed om je hond op een positieve manier de dagelijkse handelingen aan te leren door veel positieve associaties te maken. Leer je kleine hondje bijvoorbeeld een woordje voor je hem optilt, zodat hij niet ‘zomaar’ de lucht in wordt geslingerd.

De boodschap van dit verhaal is: denk honds